Het geheel dient macht en kracht uit te stralen.

In tegenstelling tot de geit is de bok zwaarder en dieper in de voorhand en iets lichter in de achterhand.

We streven naar een bok met een schofthoogte van ruim 90 cm op volwassen leeftijd met daarnaast de juiste lengte- en breedtematen.

De kop is sprekend met lange oren, een recht neusbeen en vertoont een mannelijke uitstraling.

De hals is voldoende lang en bespierd en gaat vloeiend over in een ruime, sterke en gesloten middenhand.

De middenhand is ruim en eveneens sterk.

Het belangrijkste onderdeel van de achterhand is het kruis, wat voldoende breed, lang, vlak en iets hellend is.

Het scrotum is goed ontwikkeld met een dunne en soepele huid.

De bok beschikt verder over harde en droge kwaliteitsbenen met een correcte stand en een ruime veerkrachtige gang.

Het gehele beenwerk is zwaarder dan bij de geit, hiermee wordt bedoeld duidelijk meer bot.

De voorkeur gaat uit naar een korte en glanzende beharing.

De bok is uiteraard wit van kleur.