STERGEITEN BONT |
Invoering predikaat Stergeit 02 april 1960
Vernieuwde eisen 01 januari 1982
|
Vernieuwde eisen 01 januari 1997
|
Vernieuwde eisen 23 april 2005
|
Stergeit
Het predicaat Stergeit wordt op verzoek van de eigenaar verleend aan geiten, die zowel in eigenprestatie als in nafok bovengemiddeld zijn. De volgende eisen worden gesteld aan een Stergeit. Eigenprestatie: De geit moet ingeschreven zijn in het stamboek: Minimaal een melklijst dient te voldoen aan de eisen voor Keurstamboek. Nafok: Er dienen minimaal zes directe nakomelingen te zijn geregistreerd binnen hetzelfde ras als de Stergeitkandidate. Van de directe nakomelingen die definitief in het stamboek zijn opgenomen moet het Algemeen Voorkomen zodanig zijn, dat tenminste vijftien punten worden behaald volgens onderstaand schema: 85 t/m 89 - 4 punten 90 t/m 100 - 5 punten De melkproductie van de helft van de in het stamboek geregistreerde dochters binnen hetzelfde ras moet voldoen aan de eisen voor Keurstamboek (bij oneven aantal dochters de kleinste helft). Keurstamboek Voor het predikaat Keurstamboek (KS) komen volbloedgeiten van de stamboekmelkgeitenrassen in aanmerking, die voldoen aan de volgende exterieur- en productie-eisen: Exterieur: Algemeen voorkomen en Uier ≥ 85 punten, de overige onderdelen van de bovenbalk: ≥ 80 punten. Productie: Minimumeisen zijn een CVE van 83 bij een minimum aantal melklijstdagen van 250. |