De mate waarin het dier
voldoet aan de rastypische kenmerken, in combinatie met uiterlijke melkrijkheid en
kracht. Met nadruk op verhoudingen.
Gewenst: Een geit dient naast haar rastypische
kenmerken ook te beschikken over een uitstekend melktype. Dit betekent
een voldoende open ribbenpartij met de ribben schuin naar achteren
gelegen, waarbij een 7-vormige hongergroef zichtbaar is.