Op uitnodiging van Fokcommissie Witte Geiten
was Harmen Endendijk naar Beilen gekomen om te vertellen over
lijnenteelt binnen hun bedrijf.
|
|
Harmen heeft in maatschap met zijn vader een melkveehouderij in Ermelo. Het bijzondere van dit bedrijf is, dat zij een zuivere lijn van Fries-Hollandse koeien hebben.
|
Zijn vader is in 1967 begonnen met drie koeien. Tijdens de ontwikkeling van de veestapel is veel mannelijk en vrouwelijk fokmateriaal gekocht uit een beste foklijn van Klaas Meekma in
Ferwerd, Friesland.
Het bedrijf heeft een melkquotum van 525.000 kg met 70 melkkoeien en 80 stuks jongvee.
De dieren staan jaarrond op een grupstal in een dik pak stro.
|
Harmen is na het vwo naar de Landbouwuniversiteit in Wageningen gegaan om vooral veel theoretische kennis op te doen. De praktijk leerde hij immers thuis.
|
|
Op het eigen bedrijf worden alle koeien gedekt door uitsluitend eigen gefokte stieren. Er worden jaarlijks 5 stierkalveren aangehouden uit de betere koeien, waarbij niet alleen gekeken wordt naar melkproductie maar ook naar bijvoorbeeld veeartskosten (“veeartsen zijn erfelijk!”). Deze stieren dekken vervolgens de gehele stal waarna er sperma wordt ingevroren en de stieren worden afgevoerd. Er wordt bij het dekken wel rekening gehouden met te intensieve inteelt, geen broer-zus combinaties, maar neef-nicht is geen probleem. Hierdoor kun je zeggen dat lijnenteelt een gecontroleerde vorm van inteelt is.
|
|
Alle vrouwelijke kalveren die hieruit geboren worden, worden aangehouden en opgefokt. Pas als het vaarzen zijn, wordt er geselecteerd, waarna je de betere dieren overhoudt en weer laat dekken door eigengefokte stieren. Op deze wijze creëren fokkers eigen dieren uit hun eigen foklijn. Oftewel je creëert je “eigen ras” binnen de FH- fokkerij. Hiermee probeer je de goede eigenschappen van je dieren te verankeren in je foklijn. Als er mannelijke kalveren naar een ander bedrijf gaan, kan Harmen de nafok er vlot uithalen. Door de jarenlange lijnenteelt en strenge selectie ontstaan er herkenbare eigenschappen en “stempelen” de stieren volgens de fokker.
|
|
Harmen had een aantal kritische opmerkingen over onder andere stamboek en keuringen.
Een stamboek wordt opgericht voor commerciële doeleinden. Hiermee kun je dieren vergelijken op hun productie door melkcontrole en op het aantal punten verkregen bij een stamboekopname. Dieren die hier het best bij scoren, zijn commercieel gezien het aantrekkelijkst en worden hierdoor veel gebruikt in de fokkerij.
|
|
Een groot nadeel van keuringen is, dat iedereen nakomelingen wil van de winnaars van dat moment. Hierdoor krijg je weinig fokkerij in de breedte en te veel verwantschap tussen de verschillende dieren. Voorbeeld bij de koeien is het massaal inzetten van de stier Sunny Boy en zijn zonen.
|
Fokdoel veranderen kan een middel zijn om breedte binnen je ras te behouden. Bij het veranderen van je fokdoel worden andere foklijnen meer gewaardeerd, en meer ingezet bij het dekken waardoor je meer breedte in je ras behoudt.
|
Koeien werden vooral op productie gefokt en niet zozeer op levensduur, hierdoor zijn er meer vruchtbaarheidsproblemen en hogere veeartsenkosten.
|
|