WITFOKKER AAN HET WOORD |
Wim van Rheen: "Ik hou
gewoon van een mooie geit"
Door Jeroen de Vries
Een geit mag best een foutje hebben. Bij het beoordelen van de dieren gaat het om het totaalplaatje.
"Een hele mooie geit die niet toont, delft het onderspit tegen een geit die misschien een foutje heeft, maar wel showt," vindt keurmeester Wim van Rheen uit Bruchem (Gelderland). De persoonlijke voorkeur van de keurmeester blijft invloed houden op de keuring, denkt keurmeester Wim van Rheen. Dat maakt een keuring zo interessant, maar tegelijkertijd zo moeilijk. Uitstraling
Nieuwe bloedlijn
In Friesland kocht Van Rheen een aantal Maisys en Klazienen. De Maisys vormen een meerderheid.
"De Maisys die ik kocht waren wat klein, maar hadden erg mooie uiers. Door veel
met bokken van Hans de Vries te fokken, bracht ik er allereerst wat meer maat
in." |
|
|
|||||||
Maisy 11
Het pronkstuk in de stal van Van Rheen is Maisy 11. Deze dochter van Walperter Jesther gooide tijdens de nationale tentoonstelling in Kootwijkerbroek van het afgelopen jaar hoge ogen. "Dat ze als vijfde eindigde van het hele deelnemersveld had ik niet verwacht, omdat op zo’n keuring toch heel wat goede geiten komen." Maisy 11 is een dier zoals Van Rheen het graag ziet. "Ze heeft een erg mooi uier en ze laat zich goed zien. Wanneer ik haar uit het hok haal, dan heb ik heel wat geit in handen." Maisy 11 is een geit met uitstraling en een foutje. "Door haar lengte laat ze het achter de schouders wat zitten. Dan is het op een keuring maar net waar de keurmeester voor kiest. Er zijn keurmeesters die hun schouders ophalen en zeggen dat het wel meevalt." |
|||||||
Discussie onder keurmeesters
Hiermee geeft Van Rheen precies aan wat voor veel fokkers de keuring zo interessant maakt, maar ook wat het voor de keurmeesters zo moeilijk maakt. Van Rheen maakt deel uit van de Scholingscommissie en vindt de evaluatiedagen voor keurmeesters belangrijk. "Deze bijeenkomsten zijn bedoeld om de verschillen tussen de keurmeesters kleiner te maken. Het is uiteraard allemaal vrijwilligerswerk, maar een keurmeester zou toch minimaal eens in de twee jaar op een keurmeesterdag moeten verschijnen." De afstand is mogelijk voor veel mensen een probleem, maar twee keurmeesterdagen is geen oplossing. "Dan loop je het risico dat je twee verschillende discussies krijgt. Hierdoor mis je het doel: het verkleinen van de onderlinge verschillen." |
|||||||
|
Verbetering bovenbouw
Met vertrouwen kijkt Van Rheen het voorjaar tegemoet. "Ik heb dit jaar gefokt met Hircus Bolton, een zoon van Hircus Jorryn en Marijke 119. Ik verwacht dat Bolton gaat verbeteren in met name de bovenbouw. De geiten van Piet van Haperen hebben een mooie lijn, en Marijke 119 vind ik een geit van best type. Maar het blijft natuurlijk een gok, want er is niets zo wispelturig als het fokken van geiten." |
Dit artikel is verschenen in februari 2009 in "Geitenhouderij"