WITFOKKER AAN HET WOORD |
Wierd de Boer bezorgd
over toekomst Witte Geit
Door Jeroen de Vries
De Witte geit wordt er volgens Wierd de Boer niet beter op. ‘Doordat er te veel wordt gefokt op hoogtemaat raken de verhoudingen van het dier zoek. Ook de uierkwaliteit gaat achteruit.’ Wierd de Boer uit Jubbega stond al in 1942 met Witte geiten op de keuring. ‘Toen is mijn hobby met
Wwitte geiten begonnen. Ik heb veertig jaar
bij de KLM gewerkt. In die tijd woonde ik in de stad en kon ik geen beesten
houden. Toen ik in 1988 met pensioen ging ben ik verhuisd naar de Nieuwe
Bildtdijk, bovenin Friesland, en heb ik Lena gekocht.’
De grote zorg van De Boer over de Witte geit vindt deels zijn grondslag uit eigen ervaring. ‘Ik heb een geit gehad, Leontien 3. Een fantastische melkgeit. Ze gaf zeven liter per dag met hoge vetten en eiwitten. Een jaar later was het dier echter kapot.’ Volgens De Boer wordt er te weinig gefokt op de duurzaamheid van de geit. ‘Ervaren fokkers hadden al gewaarschuwd. We moesten niet zoals de koeienfokkerij achter het Amerikaanse model aan hollen. Deze mensen hebben wel een beetje gelijk gekregen. Er moet gewaakt worden voor de goede verhoudingen van het dier. Doordat fokkers hun dieren te groot fokken, raken die verhoudingen nog wel eens zoek.’ Niet alleen wat betreft het exterieur, maar ook qua productie ziet De Boer opvallende dingen. ‘De meeste dieren met een bovengemiddelde beoordeling voor het exterieur hebben maar normale melklijsten. Vooral de vetten en eiwitten vallen nogal tegen. Doordat ik van boerenafkomst ben, heb ik geleerd dat je niet alleen naar de liters moet kijken, maar vooral naar de inhoud van de melk.’
Het verbeteren van de geiten begint volgens
De Boer bij een strenge selectie van Witte bokken. ‘Er zijn echt wel keurmeesters die een jonge bok goed kunnen
inschatten. Aan een jonge bok kun je al zien of het een echte kerel wordt of
niet. Bokken moeten breed van voren zijn en smal van achteren. Ze moeten
voldoende ruimte hebben voor hart en longen. Dat kenmerkt een bok die melkgeiten
zal vererven. Bij productieve geiten moet het hart meer werk verrichten. Dus
is een selectie op de echte kenmerken van de bok van groot belang.’ |
|
Kampioenslam Leontien 24, 2003 in Utrecht |
In 2005 heeft De Boer het predikaat Stergeit behaald met Leontien 3 |
‘Ook moeten we zuiniger zijn op de bokken. Dat begint al bij de geboorte. Ik heb er dan wel de tijd voor, maar ik geeft een boklam in het begin vijf keer daags kleine hoeveelheden melk. En na verloop van tijd drie keer per dag. Zodat ze niet dik worden. Ik heb dit geleerd door goed naar de moedergeit te kijken. De moedergeit laat haar lam slechts kleine hoeveelheden drinken. Soms wel tien keer per dag. Op die manier wil ik het lam ook groot brengen. Want zou ik beter weten dan de wetten van de natuur?’ ‘Het keuren van bokken
is een specialiteit. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Ze hebben hele andere
verhoudingen dan de geit en dat ziet niet iedereen. Ik zie wel eens bokken
vooraan staan waarvan ik denk: dat zijn net geiten.’
‘Om een goed beeld te
krijgen van hoe een bok vererft heb je nakomelingen nodig. Voorheen had je in
Friesland afdelingskeuringen waar tien of vijftien lammeren van een bepaalde bok
werden tentoongesteld. Dan had je een beeld van de fokprestaties van die bok.
|
||
‘In Friesland worden
door voormalige verenigingen initiatieven genomen tot het organiseren van open
keuringen. Dit wordt bemoeilijkt door regelgevingen en ook niet altijd goed
ontvangen door de Vereniging Friesland. Hierin kan ik hen niet volgen.'
'Ook in mijn hoek, Zuidoost Friesland, organiseren we keuringen om onze dieren met elkaar te meten. Maar de achterliggende gedachte is ook om hiermee de jeugd te bereiken. We moeten ons niet verstoppen, maar ons profileren. De Vereniging Friesland moet dergelijke initiatieven steunen. Niet alleen om het ras te verbeteren, maar ook om onze hobby in stand te houden.’ |
|
Dit artikel is verschenen in januari 2007 in "Geitenhouderij"