WITFOKKER AAN HET WOORD |
Huib Noordermeer: "Iedereen
begint met het dier van een ander"
Door Jeroen de Vries
Uit de verliezershoek komt respect en gebrom. Welk geheim schuilt er achter
de prijzen van Noordermeer?
Huib Noordermeer uit het Zuid-Hollandse Heenvliet vindt dat hij nog maar pas komt kijken
in de geitenwereld. Toch kent hij de dieren van jongs af. "Mijn
vader was veehouder en ik had altijd een paar geiten. Het was van alles wat.
De eerste geiten op de boerderij waren geregeld door een familielid. "Op mijn verjaardag stopte er een veewagen voor de deur. Ik heb wat voor je, werd er aan de deur gezegd. Ik wist meteen dat hij geiten kwam brengen. Het waren twee witte en twee bonte. Achter de boerderij had ik een oude kippenschuur. Daar heb ik nog dezelfde dag hekken en ruiven gemaakt." Huib heeft zijn kennis van vee opgedaan in de koeienwereld. "Ik kom uit een gezin van zeven jongens. Veehouder konden we niet allemaal worden, maar je praat wel een hoop over dieren. Je bent er mee opgegroeid en dan gaat het er niet meer uit."
Zijn eerste dieren waren geen stamboekgeiten. De eerste witte stamboekgeit
kocht Huib van een melkbedrijf. Met deze drie lijnen wil Huib verder fokken. "Het is niet de bedoeling dat ik meer aankopen ga doen. Ik doe nu al een tijdje mee aan de melkcontrole en wil in de toekomst graag eigen bokken gebruiken. Ik hoop de sterkte punten van mijn geiten op die manier samen te brengen: Het mooie type en melkbaarheid van de Corrie’s en de kracht van de Femke’s. Daarnaast krijg ik dan meer uniformiteit in mijn stal." |
|
|||||||||||||||||
Vier jaar geleden toog Huib naar een geitenkeuring. "Ik bezocht de keuring in
Hellevoetsluis. Hier kan ik ook wel meedoen met mijn geiten, dacht ik." De kippenschuur heeft sinds vorig jaar plaatsgemaakt voor een fraaie geitenstal, die hij na casco oplevering zelf heeft afgebouwd. De geiten staan in ruime hokken in een dikke laag stro. "De dieren blijven schoon doordat ik, naast stro, hennep in de hokken strooi. Dat neemt heel goed op. Zo blijven de hokken droog en schoon. Vlak voor een keuring was ik de geiten goed. De hoefjes houd ik het hele jaar goed bij. Anders voeren voor een keuring doe ik niet. Ik geef de geiten kuilgras, hooi en brok. Hooguit voer ik ze wat extra pulp voor een keuring."
Het voorbrengen is minstens zo belangrijk als de verzorging, volgens
Huib. "Je moet je dieren goed kennen. Ieder dier heeft weer andere sterke en minder
sterke punten. De sterke punten moet je in de ring zien te accentueren en de
minder sterke punten moet je proberen te camoufleren. Dat vergt wel enige
training." |
Huib in de stal |
Nationaal kampioen 2005: Roza A |
Selecteren doet Huib niet aan de hand van keuringen. "Ik vind wel dat er goed gekeurd wordt, maar ik wil het ook wel eens anders zien. Vooral lammeren zijn tijdens keuringen moeilijk te beoordelen. Zo hebben ze eens een lam van mij achteraan geplaatst, terwijl de 1A, ook van mij, de mindere was." De laatste jaren is Huib zich steeds meer gaan verdiepen in bloedlijnen. "Dat was tot voor kort een onbekend terrein voor mij. Via een lid uit de buurt heb ik een stapel oude Geitenhouders, jaarverslagen en fokboeken gekregen. Na deze vakliteratuur te hebben doorgespit, ben ik aardig op de hoogte van de achtergrond van de meeste geiten. Zo ontdekte ik dat de Corrie’s van Groenveld uit dezelfde lijn stammen als de Aleida’s van Hoekstra. Dat vind ik heel interessant, doordat ik zelf Corrie’s in het hok heb."
De opgedane kennis is van invloed op zijn keuze van dekbokken.
"Ik probeer
te fokken met bokken uit bloedlijnen die ik interessant vind."
De laatste jaren heeft Huib onder meer met Hircus Marconi gefokt. "Deze bok
heeft vooral in de uiers verbetering aangebracht bij mijn dieren." Want dat is wat over het algemeen aan Huib
z’n dieren schort: "Mijn geiten hebben mooie achteruiers, maar de vooruiers
mogen wel wat langer zijn. Ook de benen mogen wel wat sterker." Of hij deze zomer ook weer zal scoren, weet Huib niet. "Vorig jaar deed ik voor de derde maal aan een Nationale keuring mee. Ging met twee dieren voor het kampioenschap. Dat vond ik al een prestatie op zich. Gezonde strijd, daar hou ik van. Je moet er alles aan doen om jouw dier zo goed mogelijk voor de dag te laten komen. Natuurlijk wil ik winnen, net als iedere fokker. Maar, wanneer je naast de prijzen grijpt, moet je een ander ook wat gunnen." |
Dit artikel is verschenen in juli 2006 in "Geitenhouderij"