WITFOKKER AAN HET WOORD

 

Witfokker Piet van Haperen behaalde 185 kampioenschappen
Streven naar een nieuwe Annemiek
Door Jeroen de Vries

Na vele jaren van geiten houden en 185 kampioenschappen verder, is het voor de meest succesvolle Witte geitenfokker aller tijden tijd om op zijn lange periode van geiten fokken terug te kijken.
Jarenlang hield hij thuis en bij Kees van Dongen zijn geiten. Kees hield Toggenburgers, Piet hield Witte. Om gezondheidsredenen van Kees is er noodgedwongen een einde gekomen aan de hobby van de vrienden.
 
Volgens vele geitenhouders is Annemiek (AV90, vader Hircus Rambo) de Witte geit van de eeuw.
Volgens Piet is dit de geit met de perfecte balans. "Ze had gemakkelijk oud kunnen worden, maar ze sneuvelde door baarmoederontsteking op vijfjarige leeftijd." (foto uit 1993)


"Ik ben een geitenman," begint Piet zijn terugblik. "En ook een koeienman hoor! Ik heb altijd al van het beoordelen van deze dieren gehouden. Vroeger toen mijn vader nog koeien had, stond ik met mijn boekje achter de koeien om ze in te schrijven."
"Als zevenjarig jongetje had ik al een geit, maar de echte fokkerij kwam pas op gang toen ik met Clasien trouwde en er meteen een geit werd aangekocht."
In die periode, begin jaren zeventig, leerde hij ook Kees van Dongen kennen. "Kees was toen al voorzitter van vereniging Sint Anna en bij het eerste gesprek hadden we direct al een klik. Ik werd al snel secretaris van de vereniging en dat is tot op heden zo."
Er ontstond door hun gemeenschappelijke interesse een vriendschap voor het leven. "Kees en ik hebben in al die jaren nooit onenigheid gehad. Zowel zakelijk als privé hebben we het altijd goed kunnen vinden."

Marijke 63 (AV93, vader Freark K),
meervoudig nationaal kampioen, is ook één van Piet zijn favorieten.
Haar zoon Hircus Donjuan heeft op verschillende bedrijven volgens Piet goed gefokt.

 

Zichtbaar verbeteren
Midden jaren tachtig kochten Piet en Kees verschillende geiten aan om op bedrijfsmatige wijze geiten te houden. De tijd waarin ze begonnen te melken was slecht en ze hadden hun bedrijf moeten vergroten om deze manier van geitenhouden voort te zetten. "Dat wilden we niet. Achteraf ben ik ook blij dat we het niet hebben gedaan, want het was voor de geitenboeren in de omgeving hard werken voor weinig centen."

De bedrijfsmatige aankopen brachten wel foksuccesjes met zich mee. "Miranda heb ik bijvoorbeeld in die tijd gekocht. Uit Miranda heb ik Hircus Silvester gefokt. Die heeft het niet alleen bij mij goed gedaan, maar ook bij een bedrijf in de omgeving. Hij vererfde uitzonderlijk goede uiers."

Piet spreekt pas van een succesvol fokkende bok als er op verschillende bedrijven zichtbaar wordt verbeterd. "Ook van Hircus Donjuan en Hircus Russel kun je zeggen dat ze voor verbetering hebben gezorgd."
Niet geheel toevallig stammen deze bokken uit een paar van Piets keuringstoppers. Donjuan is een zoon van Marijke 63, Russel van Marijke 90. "Marijke 90 was een heel complete geit, maar ze mocht iets meer rek hebben," meent Piet kritisch over de meervoudig nationaal kampioene.
 
Marijke 90 (AV94, vader Germ K):
een heel complete geit die iets meer rek zou mogen hebben. Ze werd op late leeftijd nog ingeschreven met 94 punten voor AV, iets wat haar duurzaamheid illustreert. Marijke 90 werd eveneens meerdere malen kampioen van het land.
Hircus Russel (AV89, vader Walperter Gibson):
een zoon van Marijke 90.
Hij heeft op meerdere bedrijven voor goede nakomelingen gezorgd.

Een geit als Annemiek
Kritisch is hij ook als keurmeester. "We streven naar geiten die een functionele bouw hebben en in balans zijn. Geiten moeten hoge uiers hebben, omdat diepe uiers kunnen beschadigen en moeilijk te melken zijn."
Om dezelfde reden moeten geiten ook een hoogtemaat hebben van 80 centimeter. "Het melkstel gaat makkelijker onder een grote geit, dan onder een kleine geit," legt Piet uit.

Het beeld dat hij graag grote smalle geiten houdt, komt volgens Piet door zijn streven een geit als Annemiek te fokken. "Als jij twee gelijkwaardige geiten in de ring ziet staan en de één is groter dan de andere, welke kies jij dan? Ik probeerde een geit te fokken met hoogtemaat en balans. Dan wil het weleens voorkomen dat een geit iets te smal is. Een voorbeeld is Marijke 126. Een geit met een best uier, maar wat aan de scherpe kant. Ze scoorde goed op de keuring en dat was voor mij een reden zo’n geit aan te houden."

Echter, het is niet zo dat Piet zijn geiten slechts voor de keuring hield. "Toen de MKZ-crisis uitbrak, waren er fokkers die ermee op wilden houden wanneer er geen keuringen meer zouden worden georganiseerd. Ik zou er dan gewoon mee door zijn gegaan."

Marijke 118 (AV93, vader Norbert van de Riethoeve) was volgens Piet een melkrijke rasgeit met een iets hellend kruis. Ook zij werd in haar beste tijd kampioen van Nederland. Marijke 119 (AB90, vader Norbert van de Riethoeve) is een volle zus van Marijke 119. Ze had volgens Piet minder fouten dan Marijke 118, maar ook wat minder ras. "Ze had wat meer spier en minder melk."

Lammeren selecteren
In het rijtje van beste geiten die hij gefokt heeft, noemt hij ook Marijke 144, een geit die hij al snel van de hand deed. "Soms kon ik, eerlijk gezegd, gewoon een geit goed verkopen. Ze was een beste geit, maar ze kon wel wat beter in de bovenbouw."

Zijn succes dankt Piet aan het selecteren van de lammeren. "Ik zie meteen aan lammeren of het wat wordt of niet. De toppers staan altijd goed."
Piet let daarbij heel goed op de stand van de benen. "De stand van de benen bepaalt mede de balans van de geit. Daarbij moet een geit niet te smal zijn, maar ook zeker niet te breed. Te brede geiten die daarnaast ook te rond zijn van model zijn geen melkgeiten."

Volgens Piet doen fokkers vaak om de verkeerde reden hun geiten weg. "Een geit dat iets door de koten veert, kan best oud worden. Aagje bijvoorbeeld, van Toon Lambregts. Als jong dier ging ze al iets door de koten, maar ze heeft wel 17000 kilo melk gegeven."

Marijke 126 (AV91, vader Hircus Donjuan) is evenals veel andere Marijke's ook meervoudig nationaal kampioen. Volgens Piet een echte showgeit, maar ook wat scherp.   Marijke 144 (AV88, vader Hircus Russel) is de eerste geit die het predicaat Topgeit kreeg. Ze is een dochter van Marijke 118.

Naast de Marijkes heeft Piet ook regelmatig andere geiten op stal gehad. Ze werden aangekocht om er bokken uit te fokken voor de eigen fokkerij.
Zo werd Ricella 17 uit de stal van mevrouw Verdoold gekocht en Calluna 17 van Gerard Bos. Ook zijn laatste aankoop, Elke 4 van Guido Vriends, wat ook nog een afstammeling is van een Hircus bok, werd om deze reden gehaald.

Om te proberen weer een geit als Annemiek te fokken, waarmee hij in 1995 Nationaal Kampioen werd, greep Piet regelmatig terug op eigen gefokte bokken uit de Marijkelijn.
Ook andere bokken als Germ K en Freark K hebben goede invloed gehad bij Piet in de stal. "In mijn beginjaren hebben Geert v ’t Land en Frits van de Kastanjehoeve de basis voor mijn fokkerij gelegd. Geert was een zoon van Rissinger Geert en de vader van de eerste Marijke. Dat was een geit die nu ook nog op de keuring mee zou kunnen."

Marijke 118 (90 uier).
De uier is een onderdeel waar Piet als keurmeester en fokker erg scherp naar kijkt. "Diepe uiers zijn niet makkelijk te melken," is zijn logische verklaring.

Marijke 175 (AV93, vader Walperter Leo): dochter van Marijke 126 en meervoudig nationaal kampioen.
"Ze is ook een geit die meteen goed staat, maar ook iets aan de scherpe kant."

Keurmeester en inspecteur
De laatste geiten zijn inmiddels verkocht. Piet van Haperen heeft zijn stempel gedrukt op de Nederlandse Witte geit als fokker en zal dit als keurmeester en inspecteur blijven doen.

Zijn laatste topper, Marijke 175, is inmiddels gedekt bij Goffe de Boer. "Marijke 175 is een showgeit die altijd goed staat. Ze is wel iets scherp," voegt hij er kritisch aan toe. Want een geit als Annemiek is niet zomaar gefokt. 

Dit artikel is verschenen in oktober 2017 in "Geitenhouderij"

 

WWW.WITTEGEITEN.ORG