Voor deze editie van Witfokker ben ik naar Kollumerzwaag gereden voor een gesprek met Ljippe Wijbenga.
Geiten zijn voor Wijbenga een welkome afleiding. Na de dood van zijn vrouw Ynskje, nu vijf jaar geleden, woont hij alleen in de oude kroeg in Kollumerzwaag.
Achter zijn woonhuis staan een aantal hokken waar hij duiven en geiten houdt. Van beide heeft hij maar een handvol, want het moet wel een hobby blijven.
Hobby of niet, het maakte Wijbenga niet uit dat hij flink in de buidel moest tasten om het door hem gewenste lam te kunnen kopen.
Liefst 300 gulden gaf hij keurmeester Oeds van der Galiën voor Sonja 2. Van deze Sonja stammen al de geiten af die Wijbenga in het hok heeft.
De keuken van het woonhuis ademt succes met dieren. De prijzenkast kan het succes allang niet meer aan. Overal staan bekers en hangen rozetten. Deels zijn er bekers gewonnen met duiven, maar de meeste prijzen heeft hij met de geiten behaald.
Enkele kampioensdieren hangen met een foto aan de wand.
Daar staat ook Klazien 154 tussen, een geit uit de bekende lijn van combinatie de Vries uit Wieuwerd.
"Prachtige geit, ze werd een aantal keren Nationaal kampioen. Ik heb er alleen nooit een goede geit uit gefokt. Daarnaast was er altijd wat met dat beest."
Veel liever heeft Wijbenga Sonja 26, een geit waar hij eveneens veel succes mee boekte.
"Ze is vaak uierkampioen geworden. Haar beenwerk was iets minder, maar de
keurmeesters waren altijd erg over haar te spreken."
Sonja 26 is twee jaar terug met het lammeren doodgegaan op zesjarige leeftijd.
"Veel te vroeg. Ik had haar nog minstens een jaar of vier willen houden. Ze
had ook precies de goede maat voor een geit: 80 centimeter. Veel groter
moeten geiten volgens mij niet zijn. Dat gaat ten koste van de poten en de
rug."
|
Wijbenga viert het kampioenschap met Klazien 154 |
|
Naam:
Ljippe Wijbenga |
Woonplaats:
Kollumerzwaag |
Leeftijd:
74 jaar |
Beroep:
Slachter, maar al bijna 20 jaar gepensioneerd |
Vereniging:
Friesland |
Aantal melkgeiten: 2 |
Aantal lammeren:
4 |
Eerste Witte geit:
Cisca (ongeveer 40 jaar geleden) |
Beste zelfgefokte Witte geit:
Sonja 26 (AV 89) |
Beste keuringsprestatie:
Nationaal kampioen met Corrie 4 in 2004 en
2005, Nationaal kampioen met Klazien 154 in 2008 en 2009, Nationaal
kampioen lammeren met Sonja 37 in 2014. |
Hoogst ingeschreven
voor AV: Klazien 154 (AV90) en
Sonja 9 (AV90) |
Witte voorbeeldgeit:
- |
Best fokkende Witte
bok: Merilla Anne G |
|
Melken gaat nog best
Iedere dag gaat Wijbenga even langs het graf van zijn vrouw. ‘Het is gek, maar dan is mijn dag weer goed. Ik heb geen dag overgeslagen,’ vertelt Wijbenga aan de keukentafel. Even is het stil. ‘Dat is niet helemaal waar. Toen ik twee nieuwe heupen kreeg heb ik drie weken gemist.’
Als slachter maakte hij vroeger lange dagen. ‘Ik werkte soms van ’s ochtends vijf tot ’s avonds tien. Het was zwaar werk.’ Door zijn nieuwe heupen kan hij niet alles meer doen voor zijn hobby. ‘Ik heb iemand die de hokken voor me schoonmaakt. Daar geef ik hem dan een paar centen voor. Het melken van de geiten gaat nog best.’
Liefst vijfmaal werd hij Nationaal kampioen met een geit of lam. Het afgelopen jaar was er succes met Sonja 37, een lam van Sanne’s Ceasar. ‘De lammeren van Ceasar zijn erg goed. Ze hebben het hele keuringsseizoen bovenaan in de rubriek gestaan.’
|
|
De lammeren van Wijbenga waren succesvol op de keuring het afgelopen jaar. Ze hebben Sanne's Ceasar als vader. |
Sonja 37 (Sanne's Ceasar x Sonja 30)
werd Nationaal kampioen in 2014. |
|
De twee- en de driejarige geit die Wijbenga heeft stammen af van Siem en Piet van de Pikesyl. ‘Deze bokken komen uit dezelfde lijn als Ceasar. Ik vind het fijn dat ze erg wit zijn. Ik heb namelijk een hekel aan wanneer geiten een bruine nek hebben.’
Goed verliezer
’s Avonds bladert Wijbenga vaak door het fokboek. Op deze manier weet hij wat er in het land aan geiten loopt.
‘Ik heb deze herfst Nooro’s Indra gebruikt. Dat is geen grote bok, maar hij heeft wel beste poten. Hij past wel bij mijn geiten, omdat die toch wel groot genoeg zijn.
Uit het fokboek weet ik dat Indra een goede afstamming heeft.’
Een voorbeeldgeit heeft Wijbenga niet. Er verschijnt een lach op zijn gezicht. ‘Ik vind mijn eigen geiten het best. Op een keuring ben ik de eerste die de concurrent feliciteert als mijn geit het moet afleggen, dus ik ben een goede verliezer. Ik ben het niet altijd eens met de keurmeester, maar mij hoor je er op een keuring niet over. Ze moeten het zelf maar zien.’ |
|
Van Nooro's Indra (AV85, Walperter Pirlo x Nooro’s Femke 24) krijgt Wijbenga dit jaar lammeren. |
Geiten brengen verlichting
Wijbenga staat op en trekt de deur naar een ander vertrek open. Daar staan we in de oude gelagkamer. De bar staat er nog in. Geen gasten aan de toog, maar een rij met prijzen van zijn geiten. ‘Het was de kroeg van mijn vrouw, vertelt Wijbenga.’ Hij kwam er vaak voor ze verkering kregen. ‘Met al het harde werken verdiende ik een flinke duit, maar kreeg ik ook erge dorst. Echter, drinken doe ik al veertig jaar niet meer. Daar heeft mijn vrouw wel voor gezorgd.’
Het gemis van zijn vrouw valt hem zwaar. De geitenhobby geeft hem verlichting. Reikhalzend kijkt hij uit naar de maand februari dat de eerste lammeren weer komen. Meestal lammeren zijn geiten in de eerste twee maanden van het jaar.
Even was Wijbenga bang dat zijn succeslam een kween was. ‘Toen ze gedekt werd, ging dit zo snel dat ik het niet vertrouwde. Ik zette haar nog een keer bij de bok, maar ze draaide zich om naar de bok en beet hem zo in z’n scrotum. Dat had ik nog nooit meegemaakt. De bok moest toen ook niks meer van haar weten.
Ik heb na een paar maanden de veearts gevraagd te scannen of ze wel drachtig was. Gelukkig bleek dat wel het geval. Dat gaf me een zeer gelukkig gevoel.’ |