UIT DE OUDE DOOS

 

G. Hasselaar, Lunteren  

De Adelhof 

Ergens in Nederland ligt het dorp Lunteren. Wanneer men op deze wijze de plaats Lunteren aanduidt, zullen de meeste Nederlanders in staat zijn corrigerend te zeggen: “dit dorp ligt in Gelderland dicht bij Ede”.

Lunteren is geen onbekende plaats en deze bekendheid wordt niet veroorzaakt door de geitenfokkerij, doch is te verklaren door het rijke natuurschoon waarmee de plaats is omringd en de vele vakantiegangers die er hun vakantiebudget plegen te verteren.

Aan de weg Lunteren naar Ederveen staat het bedrijf “De Adelhof”. Een intensief kalvermestbedrijf (ongeveer 200 dieren) met daarnaast een vijftien geiten.
De eigenaar van het bedrijf, de heer G. Hasselaar, is een groot liefhebber van de geitenfokkerij en bedrijft deze fokkerij uit een oogpunt van sport doch vergeet de economische kant zeer zeker niet.


De heer G. Hasselaar met één
van zijn fokprodukten. Ederveen 1961
De geitenfokvereniging “West-Veluwe” werd ongeveer tien jaar geleden opgericht. De heer Hasselaar was één van de initiatiefnemers en is vanaf de oprichting bestuurslid. Bovendien is hij niet alleen de grootste fokker in de vereniging doch ook in Gelderland geworden en daarom dat ik het er op waag een artikel aan fokker en fokbedrijf te wijden.

Een goede fokker gaat in zijn werk op en dat kan ook van Hasselaar worden gezegd. Meestal is het zo, dat er dan ook iets bereikt wordt al gaat dat dan ook langs de weg van de geleidelijkheid of lange adem.
In 1958 werden de eerste geiten voor opname in het register aangeboden. De geit Aatje van Adelhof werd ingeschreven. Deze eenvoudige, doch goed typische geit leverde een goede melkproductie, namelijk als driejarige 1369 kg melk met 4 % vet in 314 dagen.
In 1959 volgde het inschrijven in het register van Theodora en Laurientje van Adelhof. Ze werden beide met een b voor algemeen voorkomen ingeschreven en produceerden op tweejarige leeftijd ruim 1000 kg melk met 3,73 en 3,95 % vet in 317 dagen.
Daarna volgde het inschrijven van zes registergeiten waarvan Eefje van Adelhof de beste was. Deze geit is vijf keer in de melkcontrole geweest. Haar gemiddelde productie was ruim 1100 kg melk met 3,74 % vet in 296 dagen. In de fokkerij heeft zij echter niet zoveel gepresteerd.
Ook werd in die tijd een Friese geit aangekocht doch ook hiermee kwam het geluk de fokkerij nog niet binnen.
De bok Wessel, gefokt door de heer Busink te Baak, deed inmiddels zijn intrede. Een forse sterke bok van goed type en van prima afstamming. Van hem fokte de heer Hasselaar negen dochters die alle als eenjarige dieren in de melkcontrole kwamen.
Deze Wessel heeft de eerste stoot tot een snelle verbetering gegeven. Hij fokte uniform een goed type, een goede ontwikkeling en goede uiers.
De gemiddelde productie op eenjarige leeftijd was 864 kg melk met 3,60 % vet in 299 dagen. Een waarlijk goede productie.
Bovendien fokte Wessel hoornloos, wat hem nog meer als extra fokdier in waarde deed stijgen.
De Wessel-dochters hebben de basis gevormd voor de verdere fokkerij.

Op Wessel volgde de bok Zefier, eveneens afkomstig van de fokker Busink te Baak en fokzuiver voor de hoornloosheid. Ook deze fraaie bok fokte goed, doch niet als Wessel.
Van hem bleven drie dochters op het bedrijf “De Adelhof”. De productie van deze drie was op eenjarige leeftijd 750 kg melk met 3,67 % vet in 288 dagen. Deze gemiddelde productie lag op goed niveau doch lager dan die van de Wessel-dochters.

Daarna volgde de eigen gefokte bok Bastiaan. De vader van Bastiaan was Zefier en de moeder Tine van Adelhof die als eenjarige 807 kg melk met 3,92 % vet in 286 dagen produceerde.
Van deze zeer fraaie en best ontwikkelde bok zijn momenteel vier dochters in het Stamboek ingeschreven waarvan drie met b+ en een met ab voor algemeen voorkomen. De melklijsten van deze geiten zijn nog in bewerking, doch de gemiddelde productie zal waarschijnlijk hoger zijn dan die van de Zefier-dochters.
Ook deze bok fokte zuiver wat betrof de hoornloosheid. Jammer dat hij tijdens het dekseizoen 1965/1966 is gestorven.

Naast de vijf ingeschreven dochters zijn van hem nog een aantal eenjarige dieren aanwezig die momenteel hoogdrachtig zijn. Ook deze dieren presenteren zich uitstekend en wij hebben goede hoop dat ze zich tot de beste melkgeiten zullen ontwikkelen.
De melkgeiten van de heer Hasselaar mogen gezien worden. Het viel niet mee om alle dieren en de familie Hasselaar op een keurige rij te krijgen. De geiten laten zich van de beste zijde zien.
Foto: Gert-Jan Koster
Het was voor de heer Hasselaar niet gemakkelijk een goede opvolger voor de bok Bastiaan te vinden. Hij hoopt deze gevonden te hebben in een Bastiaan-zoon, gefokt uit een zeer beste Friese moeder die eigendom is van de fokker Jolink, Winterswijk.
Deze bok is van uitstekende kwaliteit en als zodanig een goede opvolger van Bastiaan. De fokkerij is voorhands nog niet bekend, doch gezien zijn afstamming is er een gegronde hoop op goede resultaten.

Uit hetgeen in de beschrijving van het fokbedrijf “De Adelhof” naar voren is gekomen, kan worden opgemaakt dat de fokker elk middel beproeft om tot verbetering te komen. Met recht mag worden gezegd, dat in een luttel aantal jaren reeds veel is bereikt. De resultaten zijn echter niet alleen het gevolg van selectie en fokkerij der gebruikte bokken.
De heer Hasselaar weet dat goede resultaten alleen maar bereikt kunnen worden wanneer de verzorging, voeding en stalling aan hoge eisen voldoen. Zonder overdrijving mag worden gezegd dat deze zo belangrijke onderdelen bijzonder goed de aandacht hebben gehad en nog steeds hebben.
Hij, die op gebied van stalling en verzorging iets wil zien, kan op “De Adelhof” aan zijn trekken komen.

Bij de aanvang van dit artikel werd reeds de kalvermesterij genoemd. Naast de afdeling (geiten) sport exploiteert de heer Hasselaar in dit opzicht een groot en modern bedrijf, dat aan hoge eisen voldoet. Het is hoogst interessant om een dergelijk bedrijf met alles wat er aan verbonden is te zien en er over te horen vertellen.
Dit laatste is de eigenaar zeer goed toevertrouwd, zowel ten opzichte van zijn bedrijf als zijn sportbeoefening.
Destijds werd op het bedrijf van de heer Hasselaar een proef genomen met het verstrekken van geitemelk aan mestkalveren. Een verslag van deze proef werd in “De Geitehouder” gepubliceerd. Het is gebleken dat de geitemelk in dit opzicht grote waarde heeft.

Het geheel overziend, meen ik te mogen stellen dat “De Adelhof” een hoogst interessant bedrijf is. De naam “Adelhof” draagt iedere geit en houdt in feite de veredeling en verbetering in.
Wij hopen dat het de heer Hasselaar bij voortduring mag gelukken zijn gekozen bedrijfsnaam ere aan te doen.

Wij wensen hem veel succes.

H.J. Oortgiesen
De Geitehouder, februari 1966

  

WWW.WITTEGEITEN.ORG