Alfama's
Vincent: de witte bok van de jaren negentig
De
afgelopen tien, vijftien jaar is veel op
hoogtemaat gefokt. Door de sporen te volgen van
enkele invloedrijke fokkers ontstonden
kasten van geiten. De veel
consequentie van deze - massale - keuze is
geweest dat de uierverbetering stagneerde, dan
wel achteruit ging.Met dit gegeven kijkt men
mogelijk met weemoed terug naar de
uierverbeteraar van de jaren negentig:
Alfamas Vincent.
|
|
Alfama's Vincent
(AB89) werd in 1994
reservekampioen
van Friesland. |
In eerste
instantie lijkt het gerechtvaardigd om
vraagtekens te zetten bij de aankoop die Piet
Bijman deed voor de Praktijkschool (later
IPC-dier) in Oenkerk. Een jonge bok uit een
moeder van 83 punten met een eenvoudige melklijst
lijkt geen interessante optie voor een bedrijf
dat streeft naar de verbetering van de geit. Maar
wanneer je even verder graaft in de moederlijn
van Alfamas Vincent, verdwijnt de verbazing
enigszins.Isabel
Fokster Mia Grasso kocht in
1986 haar eerste geit van familie de With uit
Lexmond, Rebella. De moeder van deze geit, Bella,
kwam bij de familie Clements uit Almkerk vandaan.
Familie de With deed afstand van deze lijn
vanwege een karige productie en vanwege de kleur.
Rebella en Bella waren isabel.
Een aantal generaties verder
terug, stuit je toch op interessante gegevens. Zo
kom je Rissinger Geert tegen, de vader van
Bellas moeder, Gerdien. Ook Iduna, de
moeder van Gerdien, valt op in deze moederlijn.
Niet vanwege haar rapport voor het exterieur
daarmee zou ze tegenwoordig niet eens meer
in aanmerking komen voor het bokmoederschap
maar door haar productie en dan met name
het eiwit valt ze in positieve zin op. Dit geldt
niet voor Bella en Rebella, die wat het eiwit
betreft allebei onder drie procent zitten.
|
Geen krachtige
benen, weinig eiwit
Mia Grasso vroeg in het begin
van haar fokkerij advies aan mevrouw Verdoold uit
Polsbroek. Verdoold fokte destijds met
Sonjas Sander. Grasso liet Rebella dekken
door Sander. Deze bok, een zoon van
Tsjeppenbûrster Anne en Sonja 34, was niet zo
groot, maar wel erg sterk gebouwd. De
nakomelingen van Sander vielen op door hun goede
melkuitstraling. Het waren dieren met inhoud en
goedgevormde, sterke uiers. Een opvallend nadeel
was dat de dieren niet al te krachtig op de benen
stonden.
Zo ook Alfamas Rebella
1, de dochter uit bovenstaande combinatie. Ze gaf
duidelijk meer melk dan haar moeder, die
overigens als een sierlijke geit werd omschreven,
maar kwam evenals de moeder in het beenwerk
kracht tekort. Uit de melkcontrole bleek ook dat
het ontbreken van eiwit diep geworteld zat. Ook
Alfamas Rebella 1 kwam niet boven drie
procent uit.
Vanuit de moederlijn kunnen we
moeilijk zeggen dat er in de zoon een uier- en
eiwitvererver schuilt. Pas drie generaties terug
kom je in de moederlijn een melklijst tegen met
eiwitten die er op lijken. Het fundament van de
eiwitvererving van Alfamas Vincent lijkt
dus door fokker Clements uit Almkerk gelegd. Maar
daarmee doe je de vaderlijn tekort.
Groep van
dochters van Sonja's Sander op de Provinciale
geitenkeuring in Utrecht in 1989.
Interessante
vaderlijn
Denis van de Krayenhoff (u
leest het goed, met één n) was een fijn
gebouwde, harde bok met uitstekende verhoudingen.
Volgens mevrouw Verdoold beschikte hij over best
beenwerk en mede daarom adviseerde ze Mia Grasso
om Alfamas Rebella 1 door Denis te laten
dekken. Maar er zijn meer redenen
In
tegenstelling tot de moederlijn kom je bij de
vaderlijn een aantal opmerkelijke namen tegen.
Denis had als vader Dagobert, een volle broer van
Leonard 1 en 2. De laatstgenoemde heeft in
Friesland voor goede nafok gezorgd. Dagobert was
een zoon van Achilles en Berrien 2. Berrien 2 was
een goed ontwikkelde, gelijnde geit. Haar uier
was echter wat krap en ze had wat te korte
ribben. Achilles is een zoon van Sweachmer Egbert
en Sonja 17. De Sonjas kwamen we ook al in
de moederlijn tegen. Het toeval wil dat Achilles
een volle broer is van Sonja 34, de moeder van
Sonjas Sander.
Uiteraard vallen de Grietjes
van Jongschaap uit Giethoorn het meest op in de
afstamming.
|
Grietje 3 van de Krayenhoff
is een dochter van Sibbe, een bok waar in de jaren tachtig
veelvuldig met succes mee is gefokt. Ze had een
fraai uier. Nadeel was dat ze, evenals wel meer
nakomelingen van deze bok, niet al te groot was.
Ze voldeed zonder meer aan het melktype, maar ze
mocht wat krachtiger in de voorhand zijn.
Bovendien was haar kruis te hellend. Opvallende
zoons van Grietje 3 zijn onder meer de broers
Anne en Age.Haar
moeder, Grietje 34, was van uitzonderlijke
klasse. Volgens Piet van Haperen uit Gilze, die
al vanaf 1976 meedoet aan keuringen, hoort deze
geit zeker bij de beste tien geiten ooit. Deze
Gurbe-dochter werd in 1984 Nationaal Kampioen in
Dronten.
|
Grietje 34,
gefokt door Jongschaap uit Giethoorn,
werd in 1984
Nationaal kampioen in Dronten. |
Toevalstreffer?
Denis is indertijd ruim
ingezet, maar er is weinig van overgebleven.
Alfamas Vincent kan dus, gezien de
moederlijn, een toevalstreffer zijn geweest. In
ieder geval was Vincent een fraai boklam. Hij
werd in 1990 kampioen van de boklammeren in
Utrecht en is toen voorlopig ingeschreven met 83
punten, Let wel: dat was in een tijd dat dit nog
goed werd gevonden voor een jonge bok. Vincent
belandde dus, tot verbazing van veel fokkers, op
de Praktijkschool in Oenkerk. Pas na de eerste
lactatie van de nakomelingen begonnen critici bij
te draaien. De Praktijkschool stond niet bekend
vanwege een goede productie met mooie vetten en
eiwitten. Vincent bracht zichtbaar verbetering in
de productie, met name in de eiwitten. Vooral dat
laatste is voor de bedrijfsmatige geitenhouder
van eminent belang en bleef dus niet onopgemerkt.
|
|
Mia
Grasso heeft uit de combinatie tussen
Alfamas Rebella 1 en Denis van de
Krayenhoff meerdere nakomelingen gefokt.
De stam die ze zo langzamerhand opbouwde
was van een goede kwaliteit, maar het
zijn vooral de mannelijke dieren die zich
hebben laten gelden.Er kwam onverwacht een einde
aan de Alfamas toen Mia Grasso
midden jaren negentig verongelukte.
|
|
|
Uitstekende uiers en
goede productie
Alfamas Vincent
verhuisde na de dood van Grasso naar de familie
Meekma in Deinum. In 1994 liet Vincent zich zien
op de, toen nog, gerenommeerde Friese
bokkenkeuring in het FEC te Leeuwarden. Vincent
werd in dat jaar reservekampioen achter Geertjes
Hans. In het oog springend detail is dat toen
beide bokken opnieuw werden ingeschreven,
Geertjes Hans 88 punten kreeg en Vincent 89.
|
|
|
Merilla
Annie 420 (AB87, A-uier), dochter van Vincent,
produceerde 9.214 kilo melk met 5,94% vet en
3,86% eiwit. Haar zoon, Merilla Abram, stond
jarenlang in de top10 van hoogste
productieverervers.
|
Sia
(AB87, A-uier), dochter van Vincent, produceerde
10.883 kilo melk met 4,71% vet en 3,49% eiwit. Ze
heeft meer succesvolle dochters, waaronder twee
die ook al de grens van 10.000 kilo melk
gepasseerd zijn.
|
Op het bedrijf
van Meekma heeft Vincent gezorgd voor een stevig
fundament. Het is een feit dat Vincent
uitstekende uiers vererfde en een goede bijdrage
heeft geleverd aan de productie van de stal. Vaak
zorgde hij rechtstreeks voor verbetering, zo niet
dan wel via één van de talrijke succesvolle
zoons. Merilla Lieuwe, Merilla Jan en Merilla
Mark zijn ondermeer zoons die opvielen door hun
uitstekende fokwaarden. Nu (want we spreken hierboven over
een fokkerij van ruim tien jaar geleden), dunnen
de nakomelingen van Vincent in de stal van Meekma
aardig uit. Toch vind je in veel bloedlijnen wel
een spoor van Vincent terug. De Grietjes en
Marijes van de Praktijkschool in Oenkerk zijn
voor het beste deel ook door Meekma ingelijfd.
Ondanks dat er een paar generaties tussen zitten,
vind je bij de meeste dieren ook Vincent in de
afstamming.
|
|
Kanttekening
In de
stamboom van Vincent is nog wel eens een
kleurtje te vinden. Het is
dan ook niet vreemd dat afstammelingen
van Vincent dit verschijnsel wel eens
vertonen. Daarnaast was Vincent naar
maatstaven van die tijd geen grote bok. De tendens was in de jaren negentig om
vooral de hoogte in te gaan en dat
weerhield veel fokkers ervan om Vincent
voor hun dieren te gebruiken. Toen
Vincent in 1994 scoorde op de keuring
werd hij ook door topfokkers gezien. Toch
is er onder hen weinig van Vincent
bewaard gebleven om de hierboven genoemde
redenen. |
|
|
Jeroen de Vries "Geitenhouderij", februari 2008 |
|