Een mix van belangrijke eigenschappen voor een juiste balans. |
|
Wat zijn de wezenlijke elementen om het ras te verbeteren? In welke mate kan een keuring en
het keuringsrapport hier aan bij dragen?
Het geheim van goede geiten ligt niet alleen in de fokkerij maar voor een groot deel in met
name selectie en opfok. De investering daarvoor begint al als de lammeren geboren worden.
Naast genetische aanleg, verborgen onder een fluweelzacht vel, moeten jonge lammeren ook
beschikken over belangrijke uiterlijke kenmerken om uiteindelijk uit te groeien tot excellente
keuringstoppers. Praktijkgericht melkgeiten fokken uit een mix van goede eigenschappen
zoals ras, melkrijkheid, benen, uier en lichaamskracht. Het zijn de elementen die centraal
staan om een bepaald fokdoel te bereiken. |
|
Balans Keuren is richting geven aan het fokdoel. Hoofdzaak is en blijft altijd het afwegen van de
goede en minder goede eigenschappen om zo de meest complete geit die in genoemde
kenmerken de juiste balans weergeeft daarvoor uiteindelijk het hoogst te belonen.
Kortom een
dier die in haar ras voor algemeen voorkomen op grond van de huidige wegingsfactoren voor
de hoofdkenmerken op dat moment de meeste punten verdient. Het kenmerk algemeen
voorkomen is namelijk een samengesteld kenmerk. Dieren die daar hoog op scoren zijn het meest
compleet wat betreft gewenste ras- en exterieureigenschappen. Het keuringsrapport beschikt
over bruikbare informatie. Het geeft de hoogte van het niveau aan ten opzichte van de
uiteindelijke doelstelling in de fokkerij. Met name over de zuiverheid van de voorspelling
omtrent levensduur en levensproductie van het dier.
|
|
|
Voor de juiste balans in een
geit zullen meerdere eigenschappen gemixt moeten
worden. |
|
|
|
Kenmerken De kenmerken in de onderbalk zijn lineaire kenmerken die aangeven hoe de geit er uit ziet.
Met die gegevens moet een ander zich een beeld kunnen vormen over het betreffende dier.
Deze kenmerken bestaan uit optimum- en maximum kenmerken. Het merendeel bestaat echter
uit optimum kenmerken. Deze informatie geeft een beeld over de sterke en wat minder sterke
punten van de geit en op welke onderdelen we de aandacht moeten vestigen in de fokkerij.
Als we bij een bepaald hoofdkenmerk bijvoorbeeld ontwikkeling ons doel hebben bereikt zouden we
het eigenlijk niet meer hoeven te scoren. Ieder ras heeft zijn eigen rastypische kenmerken. Zo
kan de kwaliteit van de uiers van het ene ras gemiddeld hoger zijn als dat van een ander ras.
Dat wil zeggen dat de huidige wegingsfactoren die we nu hanteren voor de
bovenbalkkenmerken niet per definitie hetzelfde hoeft te zijn voor ieder ras. Een bepaald
hoofdkenmerk zou voor het Nubische ras wel eens meer aandacht nodig hebben dan het
zelfde kenmerk voor het Witte ras. Je moet indien nodig een fokdoel bij kunnen stellen voor
een gerichter eindresultaat. Fokken en selecteren op uitsluitend een specifiek kenmerk kan
ook leiden tot achteruitgang. Bijvoorbeeld het selecteren op uitsluitend productiekenmerken.
Want los van raseigenschappen gaat het steeds om de balans tussen lichaamskracht, capaciteit
en melk.
Vitaliteit Praktijk gericht fokken is ook een stuk ervaring vanuit het verleden mee nemen. Geiten die
voor de optimum kenmerken het gewenste cijfer scoren tonen gemiddeld genomen de meeste
balans en blijven mede daardoor langer vitaal. En zullen vervolgens op grond daarvan een
hogere levensproductie kunnen bereiken. Als we kijken naar de lijst van de 10.000 kg melkgeiten aller tijden, dan zijn dat vrijwel allemaal geiten die misschien niet allemaal even fraai
zijn afgewerkt, maar wel over veel capaciteit beschikken en die gemiddeld genomen op de
optimum kenmerken het maximale scoren. Vanuit dat oogpunt is het belangrijk dat we naast
raseigenschappen bij de selectie en bij het keuren, balans en vitaliteit nadrukkelijk mee laten
wegen in het geheel.
Correlatie onder- en bovenbalk Naast de onderbalkkenmerken hebben we op het keuringsrapport de bovenbalkkenmerken.
Dit zijn waarderende kenmerken. De hoofdkenmerken worden voor een groot deel
gewaardeerd op grond van de informatie van de onderbalkkenmerken. Als we de
hoogtemaat en de leeftijd weten van een geit kunnen we los van de
bewegende onderdelen bij benadering op grond van de informatie van de
onderbalkkenmerken als het ware de bovenbalk in vullen
zonder de geit te zien.
|
Enkele voorbeelden: Een Toggenburger geit met een wat fijne kop, een
wat smalle voorhand, een wat lang kruis en wat fijne benen zal niet hoog scoren voor het
kenmerk type. Een geit met wat weinig vooruier, een wat laag achteruier wat ook nog ondiep
is geeft aan dat het uier erg klein is en zal het betreffende dier niet hoog scoren voor het
kenmerk uier en zal eveneens voor type ook niet het maximale scoren omdat dit onderdeel
samengesteld is uit ras eigenschappen en uiterlijke melkrijkheid. Een geit hoeft niet perse
groot te zijn om veel melk te kunnen produceren. Een Witte/Bonte geit met een schofthoogte
van 75 cm kan een goed melktype vertonen maar mist wel vanwege haar wat krappe maat dat
laatste beetje ras. En zal om die reden ook niet de maximale score voor type halen. We
streven immers naar een hoogbenig en gerekte melkgeit van ongeveer 80 cm schofthoogte op
volwassen leeftijd. Los van de andere uierkenmerken zal een 1-jarige geit met een uierdiepte
van (3) niet zoveel punten krijgen voor het kenmerk uier in de bovenbalk als een 8-jarige geit
met dezelfde uierdiepte. Het is namelijk een waarderend kenmerk en hier wordt de leeftijd in
mee gewogen. Het gaat dus steeds om de meest complete geit die op alle belangrijke en wat
minder belangrijke kenmerken de meeste punten bij elkaar weet te verzamelen. Geiten met
uitstraling met een uiterst correct frame met van kop tot staart de juiste balans tussen kracht
en melk zullen zowel in de keuringsring als op het keuringsrapport hoog scoren.
|
|
|
|
|
|
Showallure Ondanks alles is het eindcijfer voor algemeen voorkomen wat verkregen wordt door de
wegingsfactoren uit de bovenbalkkenmerken niet helemaal een optelsom. Enkele belangrijke
troeven waarover een geit nog moet beschikken is met name rasuitstraling, stijl en showallure.
Dat zijn nu eenmaal van die dingen waar ze de laatste extra punten mee kan verdienen.
Een
belangrijk detail wat je mee kunt nemen in je fokkerij voor een maximaal rendement als het
gaat om de totaalscore. Er zijn nu eenmaal van die dieren die dat in zich hebben en hiermee
sympathie oogsten. Geiten met een eeuwige jeugd, die zich willen laten zien in de
keuringsring. Die weten wat op dat moment van ze verwacht wordt, en voelen zich hierbij
gesteund door de begeleider. De wisselwerking tussen mens en dier speelt hierbij een
belangrijke rol. Sommige geiten hoef je niet te pushen, andere weer net wel. Dieren die alert
zijn en luisteren naar het touw geeft dat laatste beetje extra dat soms nodig is om tot miss
bekroond te worden.
|
Piet van Haperen Geitenhouderij, april 2009
|